Page 1.
Voor alle moeders die altijd met hun
handen in het haar zitten, om maar weer eens een versje te schrijven.
Download 21 pagina's aan poeziealbum versjes.
Dit album behoort aan mij
Zolang ik hoop te leven
Angela is mijn naam
Albij de doop gegeven
Reulen is mijn vaderlijke stam
Roermond is de plaats waar ik ter wereld kwam
Mijn adres is ...
Wie er in dit album schrijft
Moet zorgen dat het netjes blijft
Dit boek heb ik lief
Wie het steelt is een dief
wie het vindt brengt het vlug
Bij Angela terug
Als ik je iets kon geven
Gaf ik je een abonnement
Op een heel lang leven
Waarin je gelukkig bent
De wereld is mooi bij zon en met regen
Soms heb je geluk en soms loopt het tegen
Maar wat je ook doet blijf blij van zin
Een goede raad van je juf en vriendin
Wees bevriend met kleine dingen
Met een mooie bloem die bloeit
Met de vogeltjes die zingen
Met het vlindertje dat stoeit
Met de held're regendruppels
Met de blijde zonneschijn
Wees bevriend met kleine dingen
Dan zul je altijd gelukkig zijn
Wij zijn twee leuke meisjes
Die houden van elkaar
Ik hoop dat het zo blijven mag
Nog menig vrolijk jaar
Er zat een aapje op een stokje
En die riep in apentaal
"Alles wat je zegt dat jok je
Dat verzin je allemaal"
Maar ik jok nu heus niet kind
Als ik zeg dat ik jou een schatje vind
Een poesje uit Drente
Liet zijn staartje permanenten
een hondje die het zag
Schoot in de lach
Ik krijg groetjes van de koeien
Van de schapen, van de bij
Maar de allermeeste groeten
Krijg je met dit vers van mij
Zeven kleine witte geitjes
Speelden vrolijk in de wei
Wees jij net zoals die geitjes
Altijd opgewekt en blij
Rozen verwelken
Schepen vergaan
Maar onze vriendschap
Blijft eeuwig bestaan
Ik ken een aardig meisje
Wil je haar eens zien
Kijk dan in de spiegel
Dan zie je haar misschien
Tussen taalwerk en sommen
Lezen, schrijven en zo meer
Ben ik in mijn pen geklommen
Schrijf ik jou dit versje neer
Dat je later nog zult weten
Als je deze regels leest
En je veel weer bent vergeten
Wie deze juf toch is geweest
Twee heldere oogjes
Een hartje van goud
Een zuiver geweten
Zorg dat je dat houdt
Wees lief en wees aardig
Dat maakt je bemind
Want iedereen houdt
Van een vriendelijk kind
Al ben je klein
Je kunt iets zijn
Je hebt iets weg te geven
Een lach, een knik, een lieve blik
Doet veel in ieders leven
Als ik naar Angela kijk
Zie ik een lachend gezicht
Voor dit lachende meisje
Heb ik jammer genoeg geen gedicht
Maar wel een wens, allicht:
Angela blijf zo'n olijk guitje
En houd je lachende snuitje
Als je eens een dame bent
Met van die leuke spulletjes
En van die mooie krulletjes
En een hoedje met pompoentjes
En hoog-gehakte schoentjes
Een japonnetje van zij
Denk dan nog eens aan mij
Aan de oever van de vliet
Stonden eens drie bloempjes rein
Het eerste was een viooltje
Maar dat moest het niet zijn
Het tweede was een roosje
Ook dat was het niet
De derde moest ik hebben
Het was een vergeet-mij-niet
Wees steeds een zonnestraaltje
Voor ieder die je ontmoet
Dan geef je licht en warmte
En heb je het zelf ook goed
Ik lag vannacht in mijn bed te dromen
Dat ik een kaboutertje aan zag komen
Hij riep me en trok me heel hard aan mijn laken
Marita, Marita, word toch eens wakker
Je moet nog een versje voor Angela maken
Op een mooie dag in april
Verloor de professor zijn gouden bril
Hij vond hem terug in de kattebak
En stak hem verheugd in zijn achterzak
Als varkentjes bidden
Als engeltjes vloeken
Als bakstenen drijven op de Rijn
Dan pas zal onze vriendschap uit zijn
Dag meneer van het postkantoor
Stuurt u dit briefje even door
Ja bij Angela moet het wezen
Zij mag het alleen lezen
Dus meneer van het postkantoor
Wees zo goed en stuur dit briefje even door
Er waren eens vier kaboutertjes
Dat waren zulke stoutertjes
Ze zochten een bloempje klein
Ik vroeg: welk bloempje moet dat zijn
Ze zeiden in mijn oor
Een vergeet-mij-nietje hoor
Als dichter ben ik niet geboren
Als schrijver evenmin
En om anderen na te praten
Heb ik eigenlijk geen zin
Dus van mij geen woord of lied
Maar het woord vergeet-mij-niet
Ik kwam eens in een stadje
Daar klopte een vrouw haar matje
Er kwam iets uit, je raadt het niet
Er kwam uit "vergeet-mij-niet"
10 dat zijn je kinderjaren
20 gaat men aan het sparen
30 moet men zijn getrouwd
40 is daarvoor te oud
50 gaat men aan het zakken
60 krijgt men ongemakken
70 daalt je leven af
80 staat men bij het graf
90 hoopt men nog te leven
100 zij je door God gegeven
Wees lief en wees aardig
Dat maakt je bemind
Want iedereen houdt
Van een lief aardig kind
Knippen, plakken, vouwen
Knutselen, tekenen, bouwen
Verven, gym en ook zingen
In groep 1/2 leer je vele dingen
Denk later nog eens terug hoe fijn het was
En aan mij, de juffrouw van je klas
Mijn gedichtje voor je album
Komt niet uit een boekje hoor
Want daar heb ik in mijn tuintje
Een poezieplantje voor
Het hangt vol lieve wensen
Grapjes, wijsheid, goede raad
Waarvan ik kan blijven plukken
tot een aardig vers ontstaat
Even wachten, niet zo haastig
Een wens hier, een groetje daar
Zo, nu mag je het gaan lezen
Want mijn versje is al klaar
Mijn versje is een korte wens:
Word een geliefd, gelukkig mens
Geen lange gedichten
Mijn wens is maar klein
Ik hoop dat je leven
Gelukkig zal zijn!
Tevreden zijn, dat is een gunst
Tevreden schijnen is een kunst
Tevreden worden een geluk
Maar 't blijven een meesterstuk
Ik zou je willen geven:
een pondje rozegeur
en een zak vol hoop op zegen
En een kilo fleur en kleur
en een handvol welbehagen
En een pluimpje op je hoed
En al je levensdagen
Een opgewekt gemoed
Gedachten verdwijnen
en levens vergaan
Maar de liefde van oma
Voor jou blijft bestaan
Je bent een zonnestraaltje in mijn leven
en je betekent voor mij heel veel
De helft van jou is voor je ouders
De andere helft is oma's deel
Rood is de kleur van de liefde
en geel van de vrolijke zon
Groen is de hoop van het voorjaar
Dat de winterse kou overwon
Blauw is de kleur van de hemel
En blijf jij mij altijd trouw
Dan schrijf ik voor jou dit versje
In rood, geel, groen en blauw
Misschien word je later
Een deftige dame
Met een dikke portemonnee
Misschien kom je later
Op de reclame
Als een ster van de TV
Maar al word je nog zo bekend
Schrijf mij in je testament
Een ooievaar op hoge poten
Die viste letters uit de sloten
Een uil met een geleerd gezicht
Schreef met die letters een gedicht
Een leeuw gaf door eens flink te brullen
Aan al die letters mooie krullen
En een varken met een lange snuit
Blies toen pardoes dit versje uit
Zeg niet te gauw: 'ik kan het niet'
'Ik wil' is fermer taal
'Ik wil'overwint op het laatst
1
2
3
4